Landbouw en veeteelt

Een jong maar stevig gebouwd meisje staat met haar borst naar voren. Ze verbeeldt de stedenmaagd. Haar rechtervoet heeft ze op de kop van een liggend kalf gezet. Over haar middel loopt een band van korenaren, waarmee de verbinding van de stad met de ommelanden is gesymboliseerd. Landbouw en veeteelt waren immers lange tijd de belangrijkste inkomsten van de provincie. Haar houding is parmantig, maar ook enigszins vreemd door de manier waarop ze de armen naar achteren houdt. Dit laat zich verklaren uit de moeizame productiegeschiedenis van het beeld.

Beeldhouwer Wladimir de Vries liet in het oorspronkelijke ontwerp het meisje de korenaren met beide handen vasthouden, maar in de bronsgieterij is dat niet overgenomen. Er gingen meer dingen mis bij het gieten en lassen. Zo stonden volgens De Vries de oren van het kalf te veel naar achteren, waardoor het meer op een schaap lijkt; zijn bepaalde lasnaden nog zichtbaar en sluiten delen van het beeld niet goed op elkaar aan.

Niet alleen de kunstenaar was ontevreden over het resultaat. Aanvankelijk had menig inwoner van de stad moeite met de pronte naaktheid van het beeld. Daarnaast vonden veel mensen de benen van het meisje te stevig en haar boezem juist weer te plat. Ook riep de plaatsing van de voet op de kalfskop herinneringen op aan de Duitse onderdrukking, die toen nog betrekkelijk kort geleden was.

Inmiddels is ‘Blote Bet’, zoals ze ook wel genoemd wordt, alweer vijftig jaar een van de herkenningspunten voor de inwoners en bezoekers van de stad.

 

Realisatie

  • In de zomer van 1952 startten de voorbereidingen voor de bouw van een nieuwe Herebrug. Op de begroting voor de nieuwe Herebrug was ook een post ‘versiering’ opgenomen. De directeuren van Openbare Werken en van Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting werden om suggesties gevraagd. ‘Wensen iets zinvols’, staat er gekrabbeld op een notitie van Burgemeester en Wethouders. De hoge ambtenaren bevalen bij het College van B & W de Groninger beeldhouwer Wladimir de Vries aan, toen een ‘jonge en veelbelovende kunstenaar’, wonend in Haren. Op 9 september 1952 werd hij schriftelijk uitgenodigd een ontwerp te maken.


Na overleg met de directeur van Openbare Werken, ir. H.J. van Helden, ging Wladimir de Vries aan het werk. ”Er was mij te kennen gegeven, dat het beeldhouwwerk verband moest houden met de stad Groningen. En zo kwam ik op een jong meisje, dat als Stedenmaagd de stad symboliseert. Het kalfje en de korenaren zijn bedoeld om uitdrukking te geven aan de verbondenheid van de stad met het ommeland, een gebied van landbouw en veeteelt”, vertelt Wladimir de Vries.

Een maand later toont hij het ontwerp. [bron: Vinther, Lilian. 1981. ‘Blote Bet, de Stedenmaagd’, of: ‘Blijft dat zo naakt, schilder?’ In ‘Groningen toen’]