Hoofdstation
Het NS-station in Groningen, dat officieel Hoofdstation heet, is het belangrijkste spoorwegstation van Noord-Nederland. Het ligt aan de zuidkant van de binnenstad.
Naam
Stationsbeheerder ProRail en de vervoermaatschappijen NS Reizigers en Arriva Personenvervoer Nederland spreken van Groningen (van oudsher de officiële naam), maar Groningers in de gehele provincie noemen het gebouw (ook van oudsher) het Hoofdstation. Ook de Gemeente Groningen hanteert in officiële stukken vaak deze laatste naam (foto 1). Vervoerbedrijf Qbuzz, de NS-dochteronderneming die vrijwel al het stads- en streekvervoer in Groningen exploiteert, gebruikte de naam Centraal Station, maar die is op 15 december 2013 op verzoek van de gemeente weer overgegaan in Hoofdstation (foto's 1 en 2).
Het huidige station is het derde station van Groningen. Bij de opening van de spoorlijn naar Leeuwarden op 1 mei 1866 kwam een noodgebouw in gebruik, net buiten de toenmalige vesting. Na de opening van de lijn naar Winschoten – Nieuweschans in 1868 en naar Meppel – Zwolle in 1870 werd in 1872 een echt station in gebruik genomen. Dit stond op dezelfde plaats waar we het huidige gebouw vinden, dat ruim twintig jaar later werd gebouwd. Op 15 juni 1884 werd de spoorlijn naar Delfzijl geopend en op 16 augustus 1893 werd ook de verbinding naar Roodeschool in gebruik genomen.
Sindsdien is Groningen het belangrijkste spoorwegknooppunt van het noordoosten van Nederland. Naast de treinen van de bovengenoemde, nu nog bestaande spoorlijnen richting Leeuwarden, Nieuweschans (met zijlijn naar Veendam), Meppel - Zwolle, Delfzijl en Roodeschool kwamen in het station Groningen in de eerste helft van de twintigste eeuw ook de reizigerstrams van de tramlijn Drachten - Groningen (1913-1948) en de treinen van de spoorlijn naar Zoutkamp (1922-1938) en de Woldjerspoorlijn naar Delfzijl via de Woldstreek (1929-1941).
Na de slechting van de vestingwallen werd het mogelijk om een nieuw representatief gebouw te realiseren. Het Hoofdstation van Groningen, gebouwd in een virtuoze mengeling van Renaissance- en Gotische stijlelementen (foto 3), behoort tot de fraaiste stationsgebouwen van Nederland. Het is een ontwerp van Isaac Gosschalk, dat officieel op 16 april 1896 werd voltooid, hoewel de gevelsteen boven de ingang het jaartal 1895 vermeldt (foto 4). Het pand is een rijksmonument. De perronoverkappingen en de traverse met seinhuis zijn aangewezen als gemeentelijk monument.
Na de Tweede Wereldoorlog is er een Plaquette voor het Gevallen Spoorwegpersoneel opgehangen met daarop twaalf namen. In de jaren zestig van de twintigste eeuw werd de stationshal gemoderniseerd, waarbij er een verlaagd plafond werd aangebracht. In 1999 werd het gebouw gerestaureerd. De stationshal werd daarbij teruggebracht in zijn oorspronkelijke staat. Het sierplafond van papier collé (een bijzondere vorm van papierstuc met in mallen geperst papier) kon worden gerestaureerd. De monumentale hal heeft echter weinig functie meer omdat reizigers via andere ingangen kortere routes vinden naar de treinen en voorzieningen in het station.
Om de bereikbaarheid van de perrons te vergroten werd in december 2010 een gelijkvloerse overgang gemaakt van het tweede naar het derde perron. Hierdoor werden de doorgaande sporen 4, 5 en 6 omgezet in zes kopsporen en zijn alle perronsporen 1 t/m 4, 6 en 7 gelijkvloers te bereiken. Spoor 7 is nu het enige doorgaande perronspoor en de monumentale traverse heeft geen functie meer voor reizigers.