Transseksualiteit

Een transseksueel persoon is iemand die zich psychisch, sociaal en seksueel beleeft als behorende tot de andere sekse dan dat wat er bij de geboorte werd vastgesteld.

We kunnen stellen dat het nadeel van het woord 'transseksualiteit' berust op het feit dat het gemakkelijk verward wordt met seksualiteit. Transseksualiteit heeft op zich niets met seksualiteit te maken. Bij transseksualiteit gaat het om het aanvoelen van een genderidentiteit die duidelijk mannelijk of vrouwelijk is, en niet klopt met het toegekende geboortegeslacht.

 

Transseksualiteit is ook geen synoniem met geslachtsaanpassende behandeling of operaties. Sommige transseksuele personen kiezen inderdaad om het lichaam in overeenstemming te brengen met hoe ze zich van binnen voelen en zich sociaal gezien uiten, maar er zijn ook redenen waarom transseksuele personen enkel sociaal leven in de gewenste genderrol, en géén medische hulp zoeken. Er zijn tevens een hoop transseksuele personen die zich sociaal zelfs niet durven of kunnen uiten (Motmans, 2009).

 

De term transseksualiteit is vaak aangevochten als een ‘medische term’ maar is echter nog steeds de meest bekende en gangbare term en wordt door vele trans personen gekozen om zichzelf te omschrijven.

 

Hoe vaak komt transseksualiteit voor?

Transseksualiteit is een vrij zeldzaam fenomeen. Wanneer we de literatuur er op nagaan blijkt dat ramingen uiteen lopen. De meest recente cijfers dateren van 2007 en melden een prevalentie van man-naar-vrouw transitie van 1 op 12.900, en omgekeerde prevalentie van 1 per 33.800 (De Cuypere et al., 2007). Deze cijfers verschillen sterk per regio’s.

 

Oorzaken van transseksualiteit

 

Het genderidentiteitsgevoel wordt o.a. mede bepaald door neurobiologische processen. Er bestaat nog steeds onduidelijkheid rond mogelijke oorzaken van transseksualiteit. Vanuit diverse terreinen van de wetenschap werden reeds verklaringen aangereikt. Er is de neurologie die reeds geconstateerd heeft dat een kern in de hypothalamus wel eens mede aan de basis zou kunnen liggen van deze genderklachten. Er is ook vanuit diverse psychologische denkrichtingen reeds onderzocht wat er allemaal fout kan gaan in de vroegkinderlijke ontwikkeling van een individu.

 

Toch is geen enkele wetenschappelijke discipline er vooralsnog in geslaagd een sluitend antwoord te geven op de vraag naar het ontstaan van het verschijnsel. Er is wel meer en meer een consensus rond de multicausaliteit van de thematiek. Hieronder verstaat men dat meerdere factoren, zowel biologische, als ontwikkelingspsychologische, maar ook relationele en sociale aspecten, wellicht samen aan de basis liggen van en kunnen leiden tot het ontstaan en het verder bestendigen van ernstige genderklachten of transseksualiteit.

 

Besef van de trans gevoelens 

 

In de adolescentiejaren – wanneer de lichamelijke ontwikkeling tot man of vrouw in een versneld tempo op gang komt – komen de conflicten vaak goed op gang. De transseksuele jongen of meisje begint zich dan vaak erg wanhopig te voelen en niet in staat de ongewenste lichamelijke evolutie tegen te gaan, noch te aanvaarden. Het innerlijke conflict laait vaak erg hoog op in deze periode. Het zich geen blijf weten met zichzelf en met zijn/haar identiteit leidt sommigen tot suïcidale gedachten. Er is immers geen oplossing of remedie in het vooruitzicht en men acht het niet voor mogelijk het verdere leven op deze manier te moeten slijten. Sommigen trekken zich helemaal terug en leiden een eenzaam bestaan zonder vooruitzichten. Anderen zwichten voor de maatschappelijke druk en trachten zich neer te leggen bij het feit dat de natuur hen nu eenmaal ‘het verkéérde geslacht meegaf’. Men voelt zich opgesloten in zijn/haar eigen lichaam en beseft hoe hopeloos dit verlangen is. Zij of hij beseft dat het welhaast een onmogelijke opgave is haar zekerheid een vrouw te zijn in een mannenlichaam of zijn zekerheid een man te zijn in een vrouwenlichaam in werkelijkheid te realiseren.

 

Vanuit dit besef trachten sommigen zich bij de situatie neer te leggen. Enkelen gaan hierbij zover dat zij in het huwelijk treden en een gezin stichten in de hoop op en in de veronderstelling dat zij hierdoor wel verzoend zullen raken met hun biologische geslacht. Doch, uit de vele verhalen van transseksuele personen die in dergelijke situaties zijn terechtgekomen blijkt dat de genderidentiteit zich niet zo gemakkelijk “gewonnen” geeft. Op latere leeftijd komen deze mensen vrijwel steeds tot de kern van hun probleem terug. Ze beseffen dat al hun pogingen zich bij hun biologische geslacht neer te leggen tot niets hebben geleid. In hun poging en verwardheid hun eigen identiteit te ontdekken vragen sommigen zich een tijdlang af of zij dan misschien een homo of lesbische voorkeur hebben.

 

Het toevallig in handen krijgen van literatuur over transseksualiteit of erover horen via andere media betekent voor velen een ommekeer in hun leven. Men herkent zichzelf in de beschrijving van de thematiek en in de verhalen van anderen en weet voor het eerst met zekerheid wat er met zichzelf aan de hand is. Groot is ook de opluchting om vast te stellen dat er nog anderen zijn die met deze zelfde gevoelens kampen heeft, dit in tegenstelling tot wat men lang verondersteld had.